Moeder Rusland kleine verhalen uit een grootmacht

Dakloos in Jakoetsk

No.15 Jakoetsk / 02.03.2013

Vodislav mist twee handen en twee voeten. Na ernstige bevriezing moesten deze worden geamputeerd. Vodislav is dakloos en woont in Jakoetsk, één van de koudste steden ter wereld. Vijf jaar geleden verloor hij zijn baan en daardoor zijn huis. Vier jaar lang kon hij bij vrienden logeren. Maar in december vorig jaar kwam hij echt op straat terecht. 'In de kelders van gebouwen vond ik soms een warme plek, maar dat lukte niet altijd. In de koudste periode van het jaar kon ik nergens naartoe en sliep ik in een portiekje op straat. Toen zijn mijn armen en benen bevroren.'

In de stad Jakoetsk zijn de huizen gebouwd op permafrost en in de winter kan het kwik dalen tot -60 graden. Oorspronkelijk wonen er Jakoeten, een volk dat in uiterlijk overeenkomt met de Eskimo’s. Maar tegenwoordig bestaat ongeveer de helft van de bevolking uit Russen. Bij temperaturen onder de -45 is de lucht zo koud dat ademhalen moeilijk wordt en bestaat het gevaar dat ledematen bevriezen. De mensen hier zijn gewend aan het klimaat. Als de winter op z’n koudst is sluiten de scholen hun deuren en blijven de kinderen thuis.

Niet iedereen heeft de mogelijkheid de kou te ontlopen. Jakoetsk telt naar schatting ongeveer duizend daklozen. Op straat zie je ze bijna niet. De meesten vinden wel een plekje, want bij temperaturen van -55 is het onmogelijk om buiten te overleven. Ze zoeken hun toevlucht in de ruimtes onder flatgebouwen, bij de warmte van de verwarmingsbuizen. De politie gedoogt het. Ook zij weten dat als zij hun wegsturen deze mensen geen enkele kans hebben.

De stad telt één daklozenopvang. Er staan vijftig bedden. Het is er altijd vol. Je mag er tien dagen achter elkaar blijven en maximaal dertig dagen per jaar. Het is bedoeld voor tijdelijke hulp. Om documenten op orde te krijgen of acute medische zorg te verlenen. 'Als iemand echt ziek is, of geen elke andere plek heeft mogen ze langer blijven,' vertelt de directeur Alexander Michalov, 'maar dat is bij hoge uitzondering. Toch proberen we in de winter zo min mogelijk mensen weg te struren. Dan slapen ze hier zelfs op de gangen. Alleen als mensen dronken binnenkomen worden ze geweigerd en gelijk weggestuurd.'

Michalov geeft een rondleiding door het gebouwtje. We moeten witte jassen aan en een mondkapje op. Er is een grote keuken en een desinfectieruimte. Daar worden de daklozen gedesinfecteerd en krijgen ze nieuwe kleren. Alles ziet er oud en vervallen uit, maar ook schoon en opgeruimd. Er zijn vijf slaapzalen. Een is voor de ernstig zieken. Het ruikt er bedompt en op de bedden liggen mensen te slapen of staren apathisch voor zich uit. 'Vaak zijn ze bij aankomst al zo ziek dat ze niet lang meer leven', vertelt Michalov. 'Vorig jaar zijn er 19 mensen gestorven. En dat is alleen hier. Het sterftecijfer op straat is onbekend.'

In de zaal waar Vodislav verblijft hebben de bewoners het geluk dat ze langer mogen blijven. Een deel van de zaal is ingericht als huiskamer. Er staat een tv en een bankstel. Net als Vodislav hebben hier meerdere mensen ledematen verloren door de kou. 'Van de overheid krijg je als dakloze geen geld. Eerst kon ik oud ijzer verzamelen om te verkopen. Zonder handen kan ik dat niet meer', vertelt Vodislav. 'Elke kans op gewoon werk is verkeken. Zonder deze opvang ben ik verloren.'

vorige / volgende verhaal
Vodislav
Een straat in Jakoetsk

Ontvang de nieuwsbrief